Werkvorm: Lezing / Presentatie (kennisoverdracht).
Doelgroep: Niet gebonden.
Leeftijdscategorie: Niet leeftijdsgebonden.
Leerdoelen:
- We maken in de werksessie gebruik van een sterk theoretisch kader, maar voortdurend verbonden aan de eigen praktijk, en die is weerbarstig.
- In de werksessie ontvang je suggesties en worden een aantal handzame modellen geboden die het gecontroleerd verlenen van autonomie mogelijk maken.
- We gaan aan het werk met eigen ervaringen en we wisselen het gesprek af met filmfragmenten en oefeningen.
In deze werksessie verkennen en verdiepen we het begrip ‘autonomie’, één van de drie psychologische basisbehoeften (Deci&Ryan, 2000). Autonomie, zelf doen wat je zelf kunt. Kinderen ervaren vrijheid in gebondenheid. Autonomie verlenen betekent niet dat je als leerkracht vervalt in een laissez faire, waar kinderen de hele dag doen wat ze zelf willen. Het betekent juist een duidelijk kader, met vaste oriëntaties waarbinnen kinderen en leerkracht in vrijheid kunnen bewegen en initiatieven kunnen ontwikkelen. Wanneer een leerkracht autonomie durft te verlenen, ontwikkelen kinderen probleemoplossend vermogen, zelfsturing creativiteit en veerkracht in plaats van enkel zelfstandigheid. Dat draagt onder meer bij aan een goede sfeer in de klas.
Autonomie verlenen vraagt om vertrouwen en loslaten, in plaats van wantrouwen en vasthouden. Dat is een proces waar aan gewerkt moet worden, door leerkracht en leerling, in vertrouwen.